De triomf van hoop over ervaring

“Een tweede huwelijk is de triomf van hoop over ervaring” zei de Britse zeventiende-eeuwse schrijver Samuel Johnson ooit. Hetzelfde geldt voor technische analyse, het voorspellen van koersbewegingen op basis van indrukwekkende grafieken, weerstandslijnen en voortschrijdende gemiddelden: de ervaring laat zien dat het niet werkt, maar toch gebruiken miljoenen beleggers het als wondermiddel om beursschommelingen voor te zijn.  

En geef ze eens ongelijk: complexe rekenmodellen en science fiction termen als ‘Bollinger Bands’, ‘Fibonacci Sequence’ and de ‘Elliot Wave Theory’ geven technische analyse een onweerstaanbare rationele glans. Deze glans wordt verder versterkt door alle verhalen over correct voorspelde aandelen koersen die, ondersteund met quotes van technisch analisten, in populaire media opduiken.  

De handschoen is ook met verve opgepakt door banken en brokers. Dankzij hun software tools is elke particuliere belegger slechts een muisklik verwijderd van het hele technische palet. Niets staat je nog in de weg om je portefeuille dagelijks om te gooien op basis van wat de technische indicatoren op je scherm je influisteren. 

Hoe groot de verleiding van technische analyse ook is, hij lijkt vals. Een lange rij wetenschappelijke onderzoeken verwerpt haar voorspellende waarde, met het werk van Nobelprijswinnaar 2013 Eugene Fama voorop. Zijn onderzoeken maken gehakt van het idee dat grondige analyse van prijsschommelingen en handelsvolumes beleggers bruikbare informatie geeft over wanneer ze moeten in- en uitstappen. Het zit allemaal al in de actuele prijs verwerkt. Fama classificeerde de voorspellende claims van technische analyse als “een oeroud sprookje zonder empirische onderbouwing.”

Is het echt zo erg? Heeft het geploeter met schouders en steunlijnen dan niet toch een ietsiepietsie positief effect? Een recent onderzoek van Arvid Hoffman and Hersh Shefrin onder duizenden Nederlandse particuliere beleggers geeft het ontluisterende antwoord. Beleggers die op technische analyse vertrouwden, deden het gemiddeld 0,7% per maand slechter dan de ‘grafiekloze rest’ (8,4% per jaar!).  

Dat dramatische cijfer is niet zo vreemd als je bedenkt dat actieve technische beleggers het slechtste van twee werelden combineren: geen beleggingsvoordeel, wel torenhoge transactiekosten. Dit laatste is ook de reden waarom banken en brokers je zo graag hun tools voor technische analyse slijten. Wie verstandig is gooit die gereedschapskist dus snel in de digitale prullenbak.

Maar, zoals Samuel Johnson al wist, hoop is een machtige tegenstander. Net zoals we tegen beter weten in opnieuw in het huwelijksbootje stappen, geloven veel beleggers vurig dat ze de toekomst dit keer toch echt in hun greep hebben.

We wensen je veel financiële rust,

Jolmer en Marius

 

Deze column werd in Februari in 'Effect' gepubliceerd. Effect is het tijdschrift van de VEB (Vereniging van Effectenbezitters), waarin wij maandelijks een column schrijven.