'n Beetje verliefd

Net als André Hazes blijven sommige aandelenbeleggers stug naast een lege kruk zitten. Al heeft de vrouw van André’s dromen hem achtergelaten aan de bar, zijn liefde blijft onaangetast. Ook onder beleggers komt het voor dat ze een aandeel eeuwige trouw beloven, hoe wreed het koersverloop ze ook behandelt. 

Neem het aandeel Shell: absolute beurslieveling onder Nederlandse beleggers. In bijna elke portefeuille die we onder ogen krijgen zit een flinke hap “Olies”. Bij een enkeling zijn de aandelen zelfs de hoeksteen van het hele vermogen.

Waarom doen we dat? Omdat we wekelijks pompen bij Shell. Omdat we een oom hebben die er gewerkt heeft. Omdat we trots zijn dat ons land zo’n prachtbedrijf heeft voortgebracht. Het aandeel Shell voelt als familie.

Voor deze loyaliteit zijn beleggers matig beloond: het gat met de concurrentie gaapt inmiddels zo groot dat je er met een Landrover doorheen kunt rijden. Zo leverde een aandeel Exxon, inclusief herbelegde dividenden, de afgelopen 20 jaar ruim twee keer zoveel op als onze ‘eigen’ vertrouwde Olies.

Geen wonder dus misschien dat Shell-aandelen door sommigen nu weer als een koopje worden gezien. Eerlijk is eerlijk: een dividendrendement rond de 9% klinkt erg aantrekkelijk, zeker omdat Shell haar dividend sinds WOII nooit heeft verlaagd.

Maar we moeten onszelf niet voor de gek houden: stock picking is en blijft een gok. De V.O.C., het eerste beursgenoteerde bedrijf ooit en decennia Nederlands’ beurslieveling, klokte vlak voor haar faillissement in 1799 nog een dividendrendement van 12,5%. Hoe saai en emotieloos ook, brede spreiding, lage kosten en beleggingsdiscipline is de hoofdroute naar een solide appeltje voor de dorst. Voor de liefhebber van koopjes is een ‘Global Value’ fonds van bijvoorbeeld Vanguard een verstandigere oplossing dan het kopen van een enkel aandeel.