Duurzaam Dilemma

Klimaatverandering is één van de grootste bedreigingen voor onze planeet, daar is inmiddels weinig twijfel over. Maar hoe pakken we dat probleem het beste aan? Heeft dat alleen zin op macroniveau, door regelgeving en een collectieve, liefst wereldwijd gecoördineerde aanpak? Of kunnen we op microniveau zelf ook wat betekenen? Is kort douchen en het bijstellen van je thermostaat überhaupt wel de moeite waard? En hoeveel helpt duurzaam beleggen?

Als je de marketingcampagnes van de grote beleggingsfondsen moet geloven slaat dat laatste een flinke deuk in de boter. Zo becijferde Robeco dat mensen met het duurzaam beleggen van hun pensioen, 27 keer meer CO2 besparen dan als ze veertig jaar lang elke dag hun douchebeurt tot slechts twee minuten zouden beperken. En belegger NN partners berichtte enthousiast dat haar groene obligatiefondsen alleen al in 2020 zo'n 560 duizend ton CO2 uit de lucht hebben gehouden.

Om die claims op waarde te schatten is het goed om even terug te gaan naar de basis van beleggen: stel je verkoopt – net als pensioenreus ABP - je aandelen Shell omdat je je portefeuille wilt vergroenen. De opbrengst steek je vervolgens in aandelen van windturbine gigant Vestas. Zo’n transactie leidt weliswaar tot de uitwisseling van aandelen tegen euro's tussen jou en de kopers respectievelijk verkopers van die aandelen, maar heeft geen enkel direct effect op de bankrekening van die bedrijven zelf. Het op deze manier ‘vergroenen’ van je portefeuille heeft - in tegenstelling tot de claims van menig groen beleggingsfonds - daarom ook geen enkel direct effect op het milieu. Er wordt bijvoorbeeld geen ton meer of minder CO2 uitgestoten als niet jij, maar een andere belegger die aandelen Shell bezit.

Maar, is dit niet te kortzichtig? Er kunnen toch ook indirecte effecten zijn? Als beleggers massaal hun aandelen Koninklijke Olie in de verkoop zetten, zal de beurskoers kelderen. Als duidelijk is dat die daling wordt veroorzaakt door veranderende duurzaamheidsvoorkeuren, zal de directie waarschijnlijk besluiten om meer aandacht aan groene energie te besteden. Bijvoorbeeld door een groter deel van de winst te investeren in offshore windparken, waarin Shell inmiddels de grootste speler is. Zo zou de verkoop van aandelen dus een positief indirect effect kunnen hebben.

Helaas leidt de ‘duurzame druk’ van het beleggingspubliek niet zelden tot management acties die juist negatief uitpakken voor het milieu. Zo verkochten Shell, Total en Eni in 2021 een omstreden Nigeriaans olieveld aan Trans-Niger Oil & Gas, een private partij die vervolgens de exploitatie op een significant meer vervuilende, want goedkopere manier voortzette. En die transactie staat niet op zichzelf: alleen al in 2021 hebben beursgenoteerde energiebedrijven zo’n 200 miljard dollar aan zwaar vervuilende activiteiten afgestoten aan private kopers, die buiten de schijnwerpers van de beurs kunnen opereren.

Het eerlijke antwoord op de vraag wat een duurzame portefeuille aan milieuwinst oplevert is daarom: dat weten we niet. Dat geldt overigens alleen voor portefeuilles van beursgenoteerde aandelen. Als je zelf, bijvoorbeeld via een Venture Capital fonds, nieuw geld in private ondernemingen investeert, kan dat wel een directe, soms zeer materiële, positieve impact hebben. Goed nieuws dus dat klimaat technologie inmiddels bovenaan de prioriteiten lijst staat in de wereld van durfkapitaal. Maar zulke investeringen brengen specifieke risico’s met zich mee en zijn daarom niet voor iedereen een verstandige optie.

Als dat ook voor jou geldt sta je dus voor een beleggingsdilemma: wil je echte impact of verstandig beleggen? Want de duurzaamheidsclaims van fondsmanagers die gespreid beleggen in beursgenoteerde effecten moeten we helaas voorlopig met een korrel zout nemen. Laten we voor onze planeet en portemonnee hopen dat beter onderzoek en kritische monitoring daar snel verandering in zullen brengen.