Luister naar Jip's moeder

In kinderboeken zitten soms onverwachte beleggingslessen verscholen. Zoals het verhaal waarin Jip en Janneke gebiologeerd naar onrijpe aardbeien staren in de hoop dat ze snel rood worden. Jip’s moeder adviseert de diep teleurgestelde kinderen om lekker in een boom te klimmen. Dagen later, als ze de aardbeien alweer helemaal vergeten zijn, hangen ze klaar voor de pluk.

 

Beleggers die in dit roerige beursjaar in paniek hun portfolio blijven checken, zouden het advies van Jip’s moeder ter harte moeten nemen. Hoewel Nederlandse aandelen het sinds 1966 gemiddeld 5,2% per jaar beter deden dan de spaarrente, kwam dit extra rendement met veel heftigere schommelingen. Zo kregen beleggers negen keer een beurscorrectie van gemiddeld bijna 40% voor hun kiezen! Maar stalen zenuwen werden wel beloond met een 12 keer hoger rendement.

 

Staren naar je portfolio helpt niet bij die stalen zenuwen. Gebaseerd op de historie en gegeven de lage rente, is de kans dat je beleggingen in een willekeurige maand waarde verliezen 47 procent. Praktisch kop of munt dus. Een koersverloop zoals begin dit jaar is dus doodnormaal, maar toch raken we er massaal van in paniek. We zouden zo’n daling eigenlijk moeten omarmen, want juist dat risico is de reden dat je als aandeelhouder mag rekenen op een goed rendement.

 

Dat is wel een kwestie van lange adem: positieve en negatieve koersfluctuaties heffen elkaar pas op de lange termijn voldoende op. Zo is de verwachte kans op een negatief rendement na vijf jaar nog altijd bijna een kwart. Bij tien jaar 15 procent. Andersom betekent dit ook 85 procent kans dat je het (veel) beter doet dan met je spaarrekening.

 

Dus luister naar Jip’s moeder. Beleg voor de lange termijn. Klim in een boom en laat je vermogen met rust. En als je dan na een paar jaar weer eens een blik op je portefeuille werpt, is de kans groot dat je aangenaam verrast wordt.

'n Beetje verliefd

Net als André Hazes blijven sommige aandelenbeleggers stug naast een lege kruk zitten. Al heeft de vrouw van André’s dromen hem achtergelaten aan de bar, zijn liefde blijft onaangetast. Ook onder beleggers komt het voor dat ze een aandeel eeuwige trouw beloven, hoe wreed het koersverloop ze ook behandelt. 

Neem het aandeel Shell: absolute beurslieveling onder Nederlandse beleggers. In bijna elke portefeuille die we onder ogen krijgen zit een flinke hap “Olies”. Bij een enkeling zijn de aandelen zelfs de hoeksteen van het hele vermogen.

Waarom doen we dat? Omdat we wekelijks pompen bij Shell. Omdat we een oom hebben die er gewerkt heeft. Omdat we trots zijn dat ons land zo’n prachtbedrijf heeft voortgebracht. Het aandeel Shell voelt als familie.

Voor deze loyaliteit zijn beleggers matig beloond: het gat met de concurrentie gaapt inmiddels zo groot dat je er met een Landrover doorheen kunt rijden. Zo leverde een aandeel Exxon, inclusief herbelegde dividenden, de afgelopen 20 jaar ruim twee keer zoveel op als onze ‘eigen’ vertrouwde Olies.

Geen wonder dus misschien dat Shell-aandelen door sommigen nu weer als een koopje worden gezien. Eerlijk is eerlijk: een dividendrendement rond de 9% klinkt erg aantrekkelijk, zeker omdat Shell haar dividend sinds WOII nooit heeft verlaagd.

Maar we moeten onszelf niet voor de gek houden: stock picking is en blijft een gok. De V.O.C., het eerste beursgenoteerde bedrijf ooit en decennia Nederlands’ beurslieveling, klokte vlak voor haar faillissement in 1799 nog een dividendrendement van 12,5%. Hoe saai en emotieloos ook, brede spreiding, lage kosten en beleggingsdiscipline is de hoofdroute naar een solide appeltje voor de dorst. Voor de liefhebber van koopjes is een ‘Global Value’ fonds van bijvoorbeeld Vanguard een verstandigere oplossing dan het kopen van een enkel aandeel.

Duik niet onder de deken

Terreur, burgeroorlogen, vluchtelingen, natuurrampen en schuldencrises. Als je de krantenkoppen leest, krijg je soms misschien de neiging om onder je deken te kruipen. Je zou niet de enige zijn. Uit een recent rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat Nederlanders in ruime mate verwachten dat de volgende generatie het moeilijker zal krijgen dan zijzelf.

Leven we historisch gezien inderdaad in zulke zorgelijke tijden? Om die vraag te beantwoorden, moeten we ons onttrekken aan de brei van dagelijks nieuws. Zoals Bill Clinton ooit zei: “Follow the trendlines, not the headlines”.

En die trends laten een ander beeld zien. Hoewel het aantal slachtoffers als gevolg van gewelddadige conflicten de afgelopen twee jaar iets hoger was, is de wereld nu veel veiliger dan in de jaren ’80 en ’90 en onvergelijkbaar met de wereld tijdens Stalin, Mao en de twee wereldoorlogen. Verder daalt het aantal moorden wereldwijd al jaren en is er, hoewel nog steeds op een onacceptabel hoog niveau, ook veel minder geweld tegen vrouwen en kinderen. De algemene levensverwachting, mede dankzij verbeterde medische zorg en gezondere voeding, blijft wereldwijd gestaag stijgen.  

Dat laatste geldt zeker voor Nederland, waar de levensverwachting in één decennium met twee tot drie jaar is toegenomen. Ook andere binnenlandse trends zijn ronduit positief. De criminaliteit is historisch laag, we zijn beter opgeleid, ons inkomen is bijna terug op het niveau van voor 2007 en technologische vooruitgang heeft ons leven ongelooflijk veel comfortabeler gemaakt. Vorige generaties zouden blindelings met ons willen ruilen.

Laat je dus niet opzwepen door de slecht nieuws carrousel. De toekomst is onvoorspelbaar en op korte termijn kunnen omstandigheden onverwacht verslechteren. Maar op de lange termijn ben je vrijwel zeker beter af dan waar je begonnen bent. Dat geldt ook voor de ontwikkelingen op de beurs. Stemt het nieuws je somber? Duik dan in trends, niet onder je deken.

We wensen je veel financiële rust,

Marius en Jolmer

 

 

Sprinkhanen in pak?

Private equity bedrijven verbrijzelen de status quo bij de ondernemingen die ze overnemen, daar is iedereen het over eens. Of dat een goede of slechte zaak is, is een discussie die iedere paar jaar heftig oplaait: zoals recentelijk bij de geplande overname van textielbedrijf Ten Cate door private equity huis Gilde.

Tegenstanders zien private equity managers als sprinkhanen die bedrijven volproppen met schulden, niet investeren in de toekomst en alle winst in eigen zak steken. Voorstanders beweren dat private equity clubs ingedutte ondernemingen juist een broodnodige schop onder hun achterste geven. Dat maakt de opgekochte bedrijven niet alleen sterker en winstgevender, het zou beleggers in private equity fondsen, waaronder veel pensioenfondsen, ook nog eens een veel hoger rendement opleveren dan beleggingen op de beurs.

Jaarlijkse onderzoeken van internationale private equity verenigingen lijken het standpunt van de voorstanders te onderschrijven. Welke tijdslijn je ook pakt, als je deze rapporten moet geloven leveren private equity investeringen altijd een fors hoger rendement op dan een belegging in één of andere saaie beursindex. Maar is dat ook zo? Een paar kanttekeningen zijn snel gemaakt.

Het eerste probleem is dat de rendementen zijn vertekend doordat ze louter gebaseerd zijn op vrijwillige input. Het ligt voor de hand dat alleen fondsen die het goed doen enthousiast hun data over de heg slingeren. En falende fondsen die worden opgedoekt verdwijnen helemaal van de radar.

Verder vergelijken de rapporten appels met peren. Rendementen van private equity fondsen worden naast de resultaten van grote algemene beursindexen, zoals S&P of FTSE gelegd. Maar private equity bedrijven beleggen voornamelijk in zogenaamde kleine waarde bedrijven. Beleggingen in dat risicosegment hebben historisch een stevig hoger rendement opgeleverd dan de ondernemingen in de algemene indexen. En daarbij gebruiken ze vaak ook nog grote hoeveelheden geleend geld, wat het risico (en rendement) verder verhoogt.

Wat blijkt als je het rendement op private equity afzet tegen beursgenoteerde beleggingen met een vergelijkbaar risico? Dat ze het gemiddeld over bijna alle tijdsbestekken slechter doen. Geen wonder als je de bedenkt dat de kosten bij een investering in private equity gemiddeld op 5 tot 6% per jaar liggen.

Is private equity dan puur gebakken lucht? Nee, de top 25% private equity fondsen halen vrij consistent een bovengemiddeld rendement. Die managers verdienen hun fees dus terug. Dat betekent helaas ook dat de andere 75% het na kosten consistent slechter doet dan een vergelijkbare belegging op de beurs. En als je geen miljarden in je achterzak hebt en geen logo van APG of Yale op je pand hebt staan is de kans groot dat je bij een van die clubs terecht komt.

 

We wensen je veel financiele rust,

Marius en Jolmer

Vastgesnoerd

In een herkenbare anekdote legt de New Yorkse komiek Louis C.K. uit hoe hij niets aan het toeval overlaat om zijn twee jonge dochters veilig te houden in zijn auto. Nadat hij zich door een stapel online testverslagen heeft geworsteld om de allerbeste autostoeltjes uit te kiezen, snoert hij zijn dochters elke autorit trouw vast.

Maar de enkele keer dat Louis met zijn dochters in de taxi stapt, vliegt dat hele proces uit het raam. Geen kinderstoelen en een roekeloze chauffeur? Geen probleem! Het is een taxi en dan gaat het allemaal net even anders. Volstrekt onlogisch, geeft hij toe, maar zo werkt het in zijn brein.

Het is ook veel beleggers niet vreemd om periodiek vakantie te nemen van de ijzeren discipline die ze zichzelf hadden opgelegd. Neem het recept dat we in deze column regelmatig naar voren schuiven: maak een beleggingsplan en hou je eraan. Laat daarbij het gekwetter van journalisten en beursgoeroes langs je heen gaan. Zo geef je jezelf de beste kans om je doelen te halen.

Toch zien we ook veel aanhangers van deze aanpak regelmatig van hun eigen voornemens afwijken. Zeker als het beursklimaat, zoals in de afgelopen maanden, onstuimig is. Ons brein is niet te beroerd om die beslissingen keurig te rationaliseren. In augustus dachten we nog “het barsten van de Chinese bubbel gaat een enorm effect op de wereldeconomie hebben. Laat ik een deel van mijn portefeuille verkopen en even op de spaarrekening zetten”. Toen begin november de beurs wereldwijd weer 15 procent omhoog was gespoten, veranderde ons intern kompas. “De markt herstelt altijd van tijdelijke dips. Ik koop nu alvast flink wat aandelen bij, anders ben ik te laat.”

Net als bij kinderstoelen biedt beleggingsdiscipline vooral veiligheid als je hem consequent gebruikt. Wie denkt dat de schade van af en toe een uitzondering wel meevalt, komt bedrogen uit. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het verschil tussen het rendement van een index en het rendement dat beleggers in de praktijk boeken met het bijbehorende indexfonds. De S&P 500 index bijvoorbeeld, leverde de afgelopen 15 jaar gemiddeld 4,4 procent per jaar aan rendement. Beleggers in het grootste en oudste S&P 500 indexfonds streken in die periode nog geen 2 procent per jaar op. Dat ligt niet aan het fonds, want dat houdt de index keurig bij. Het verschil ontstaat doordat de gemiddelde belegger een ongelukkige timing heeft.

Beleggers kopen graag als de beleggingsbomen tot in de hemel lijken te groeien en zijn geneigd te verkopen als bedrijven in de uitverkoop zijn. Je kunt een keer mazzel hebben maar consequent op het juiste moment in- en uitstappen is een illusie. De enige remedie is ook onszelf vast te snoeren. Zeker bij wisselvallig weer. 

We wensen je veel financiële rust,
 
Marius en Jolmer


Deze column werd in oktober in 'Effect' gepubliceerd. Effect is het tijdschrift van de VEB (Vereniging van Effectenbezitters), waarin wij maandelijks een column schrijven.

DE EERSTE STAP

De lege pizzadoos. De ongebruikte sapcentrifuge. Hoewel Erik al jaren snakt naar een gezonder leven, hoef je geen Sherlock Holmes te zijn om de sporen van zijn gestrande pogingen te traceren. Het probleem is dat Erik de lokroep van veel en ongezond eten moeilijk kan weerstaan. Bij elke poging worden groentesappen na een week verdrongen door de pizzalijn.

We herkennen ons allemaal in Erik en zijn moeizame weg naar een gezondere levensstijl. Waarom schieten we onszelf iedere keer in de voet? Een belangrijke factor is dat we geprogrammeerd zijn om toekomstige gebeurtenissen minder gewicht toe te kennen dan zaken die nu voor de deur staan. We verdisconteren de toekomst, zou een econoom zeggen.

Hoe werkt dit? Onderzoekers aan Stanford Universitynamen de proef op de som en gaven een groep kinderen de keuze tussen één marshmallow nu of twee een kwartiertje later. Slechts één op de drie kreeg het voor elkaar om de volle 15 minuten te wachten. De kinderen die de tijd kwijlend hadden uitgezeten bleken jaren later in vele opzichten succesvoller dan hun ongeduldige leeftijdsgenoten.

De spanning tussen genieten nu en een grotere beloning in de toekomst, speelt ook bij de opbouw van ons pensioen. Natuurlijk willen we er allemaal voor zorgen dat we later niet in de problemen komen, maar in de praktijk legt de discipline om te sparen het toch vaak af tegen het lekkere etentje, de verre vakantie, of de nieuwe keuken.

Bij pensioenopbouw wordt de inherente voorkeur voor het ‘nu’ nog versterkt door de onzekerheid over toekomstige resultaten. Wat gaat er gebeuren met de beurs? Is dit niet een heel slecht moment om te beginnen? We hebben het al vaker gezegd in deze column: de huidige stand van de beurs is niet belangrijk voor wie nog vele jaren geld opzij moet leggen. Over een lange periode beleg je je geld uiteindelijk tegen een gemiddelde koers. Dat levert vrijwel zeker stevig meer rendement op dan een spaarrekening en gegarandeerd meer dan als je je geld nu opsoupeert.

Een paar euro vandaag voelt misschien als een druppel op de gloeiende plaat van 30 jaar pensioen. Het uitstellen van de eerste stap lijkt ‘gratis’. Maar zonder die eerste stap kom je nergens en hoe eerder je begint, hoe meer je gebruik kunt maken van de magie van exponentieel rendement.

Dus haal je hoofd uit die pizzadoos en start vandaag met je appel voor de dorst. Bijvoorbeeld door te beleggen in een wereldwijd aandelenfonds van Vanguard, Think of Actiam. Bewaak je discipline met een automatische overschrijving naar je beleggersrekening. En als je die eerste stap eenmaal gezet hebt, geniet je ook meer van de wandeling door het hier en nu.

We wensen je veel financiële rust,
 
Marius en Jolmer


Deze column werd in oktober in 'Effect' gepubliceerd. Effect is het tijdschrift van de VEB (Vereniging van Effectenbezitters), waarin wij maandelijks een column schrijven.

Zuinig maakt gelukkig

Op kerstdag 2002 wordt Jack Whittaker Jr. de man van 305 miljoen dollar. Met zijn mes in de kalkoen ziet hij dat hij de Powerball jackpot heeft gewonnen. Met zijn vrouw Jewell en kleindochter Brandi aan zijn zijde, verklaart een stralende Jack voor de camera’s dat hij zijn fortuin zal delen met familie, kerk en de armen.

Twee jaar later is het kerstsprookje een nachtmerrie geworden. Jack is aan de drank. Jewell heeft hem verlaten en Brandi overlijdt tragisch aan een drugsoverdosis. Jack vervloekt in een interview de dag dat hij de jackpot heeft gewonnen. Waarom maakt geld niet gelukkig of leidt het, zoals bij de Whittakers, zelfs tot een geluksimplosie? In hun boek Engineering Happiness onderzoeken gedragswetenschappers Baucells en Sarin het antwoord op die vraag.

Geluk, zo stellen zij, staat gelijk aan Realiteit minus Verwachtingen. Die aftreksom is zeer volatiel: onze realiteit verandert namelijk niet alleen constant, onze verwachtingen passen zich er snel op aan. En dat aanpassingsvermogen zit een structureel hoger geluksniveau in de weg. Dat geldt niet alleen voor loterijwinnaars, maar bijvoorbeeld ook voor mensen die alles op alles zetten om hun droomhuis te kopen. In beide gevallen volgt een gelukshigh – een hogere realiteit dan verwachting – die in korte tijd verdampt tot je weer terug bent bij af. Of erger: onze verwachtingen knallen zo hard door de dampkring dat ons geluksniveau in een neerwaartse spiraal terechtkomt.

Wat had Jack moeten doen om wel gelukkig te blijven? Wat misschien had geholpen, is als hij zijn geld ergens veilig had geparkeerd om vervolgens periodiek kleinere plukjes uit te keren. Volgens Baucells en Sarin creëer je op die manier elke keer een nieuw gelukssprongetje, net als de vorige is uitgewerkt. En je omzeilt ook de wet van afnemende meeropbrengst die dicteert dat elke miljoen extra, als je het in één keer ontvangt, steeds minder geluk toevoegt.

Hetzelfde geldt voor woongenot. Je schiet jezelf in de voet als je grote schuldenmaakt om van een klein appartement over te stappen naar een kapitale villa. Door eerst een tweekamerappartement te kopen en vervolgens te sparen voor een grotere woning, vergroot je het aantal geluksmomenten en verklein je ook nog eens de kans op de grootste gelukskiller van allemaal: de stap terug. Die komt namelijk tweeëneenhalf keer zo hard aan als eenzelfde stap vooruit.

Het geheim van een gelukkig leven? Dat hebben wij helaas nog niet ontdekt, maar wetenschappelijk onderzoek geeft wel aan wat kan helpen: temper je verwachtingen en hou je uitgaven in de hand. En win je de loterij, krijg je een erfenis, hoge bonus of maak je een keer een klapper op de beurs, gebruik dan hooguit een klein deel om er iets bijzonders van te doen en stop de rest in je langetermijnpot. Zuinig maaktgelukkig (echt, het is bewezen).

We wensen je veel financiële rust,
 
Marius en Jolmer


Deze Column werd in september in 'Effect' gepubliceerd. Effect is het tijdschrift van de VEB (Vereniging van Effectenbezitters), waarin wij maandelijks een column schrijven.

In de slaapstand door de chaos

China trekt de wereldeconomie omlaag! Angst en chaos regeren de financiële markten! 

Laten we onze column daarom eens beginnen met iets heel anders: een literaire quiz. Wie biedt de nuttigste inzichten voor beleggers? De Franse filosoof/schrijver Jean-Paul Sartre of de Britse dandy/schrijver Oscar Wilde?

‘De hel, dat zijn de anderen’, schreef Sartre ooit. Hij had het mis. De echte hel is een lege kamer zonder afleiding. Alleen op een stoel zonder tijdschrift, internet of smart phone. Zonder news feeds, stock alerts of status updates. Alleen met je gedachten. We gruwen ervan. Zo erg zelfs dat we onszelf nog liever pijn doen.

Onderzoekers aan de University of Virginia lieten een gevarieerde groep mannen en vrouwen elk een kwartiertje in hun eigen gedachten gaar stomen. Verbaasd door de sterk negatieve feedback herhaalden ze het experiment maar nu met één optie voor amusement: een apparaat waarmee de proefpersonen zichzelf een milde elektrische schok konden toedienen. Zeven op tien mannen en drie op de tien vrouwen grepen die mogelijkheid met beide handen aan.  

Oscar Wilde vatte onze rusteloze drang om te handelen, onze ‘action bias’ zoals de wetenschap het noemt, pakkend samen met zijn uitspraak: ‘je moet vreselijk hard werken om niets te doen’. We kunnen moeilijk stilzitten, ook al is het in ons eigen belang.

Dus blijven keepers bij strafschoppen naar een hoek duiken, ook al is bewezen dat gewoon in het midden blijven staan de kans op een succesvolle redding verdubbelt. Dus schrijven artsen soms antibiotica voor, terwijl een paar dagen rust vaak voldoende was geweest, en hun ‘actie’ alleen bijdraagt aan resistentie.

Het zal regelmatige lezers van onze column niet verbazen als we stellen dat ook debelegger er goed aan doet zijn ‘action bias’ flink te onderdrukken. Zoals Oscar Wilde al wist: makkelijk zal het niet zijn. Financiële media en adviseurs bestoken beleggers met verhalen over glorieuze kansen en aanstormende rampen die onmiddellijk actie vergen en belegggingssites bieden een flipperkast aan instrumenten die onze impulsen juist versterken. De afgelopen dagen waren daar weer een goed voorbeeld van.

De realisatie dat we allemaal een ‘action bias’ hebben is echter een goed begin. En wie de verleiding kan weerstaan, heeft uitstekende kaarten om nerveus fladderendebeleggers om hem of haar heen te verslaan. Waarschijnlijk haar: vrouwelijke beleggers blijken gemiddeld meer rendement te halen dan mannen, voornamelijk omdat ze minder doen. Uit intern onderzoek van vermogensbeheerder Fidelity bleek zelfs dat klanten die hun portfolio helemaal ‘vergeten’ waren, het best hadden gepresteerd.  

Wat is ons recept om succesvol niets te doen? Formuleer je levensdoelen waarvoor je belegt: dat kan gewoon op één A4tje. Beleg breed gespreid tegen lage kosten, bijvoorbeeld via wereldwijde indexfondsen. En last but not least: negeer de ruis van financiële media en beleggingsexperts, zet je stock alerts uit en laat je portfolio even helemaal met rust.

Deze Column werd in augustus in 'Effect' gepubliceerd. Effect is het tijdschrift van de VEB (Vereniging van Effectenbezitters), waarin wij maandelijks een column schrijven.